Onderzoek naar de langetermijnrisico’s van het afsluiten van zoutcavernes
Auteur(s) en organisatie |
Een team van 8 onderzoekers van drie verschillende partijen Prof. Dr. Janos L. Urai, Dr. Joyce Schmatz, Dr. Jop Klaver, RWTH Aachen |
Opdrachtgever |
Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) |
Datum |
11 februari 2020 |
Aan het einde van de levensduur van een zoutcaverne zullen de faciliteiten aan het oppervlak worden opgeruimd en de put en caverne worden afgesloten. Wanneer een put wordt afgesloten met cementpluggen neemt de druk in de achterblijvende pekel (zeer zout water) steeds verder toe.
De hoofdvragen van dit onderzoek zijn:
- Welk lekmechanisme is dominant bij het afsluiten van zoutcavernes?
- Met hoeveel zekerheid of onzekerheid is dat te zeggen?
Er zijn drie onderzoeken gedaan. Het eerste onderzoek richt zicht op de microschaal, het tweede op de schaal van een caverne en het derde onderzoek richt zich op de gehele zoutlaag.
De twee overkoepelende hoofdconclusies die het team van onderzoekers trekt zijn: 1. Met de huidige kennis is het niet mogelijk om te zeggen of een diepe caverne gaat lekken via zeer langzame permeatie (de pekel wordt langzaam uit het zout geperst) , een gelokaliseerd lekpad of een scheur. 2. De kennis van de micro-, caverne- en zoutstructuur-schaal wordt nog niet genoeg geïntegreerd, terwijl processen op alle drie de schalen belangrijke invloed kunnen hebben op het lekmechanisme van een caverne.
Het onderzoeksteam geeft de volgende twee hoofdaanbevelingen: 1. Integreer de kennis van de verschillende schalen. 2. Verbeter de kennis op gebieden met onzekerheid. Dit is vooral hoe het micro-schaal materiaalgedrag van zout is vertegenwoordigd in de modellen op schaal van de caverne en de hele zoutstructuur